Jump to content
Bazuinen

Vrouwen in de bijbel


Recommended Posts

Hoewel het gros van de teksten in de schrift mannen betreft worden er ook veel vrouwen in de bijbel genoemd.
Eén daarvan is Debora die rechter over Israël was. Deborah was een profetes en haar man heette Lappidoth. De naam van haar man (Lappidoth) is een vrouwelijk meervoud van (lapid) dat fakkel betekent. Debora was ook rechter en zij gaf leiding aan Israël als vrouw.

Zie Richteren 4:4-6: "En Debora, een vrouw die een profetes was, de vrouw van Lappidoth, die gaf in die tijd als richter leiding aan Israël. Zij woonde onder de palmboom van Debora, tussen Rama en Bethel, in het bergland van Efraïm, en de Israëlieten gingen voor de rechtspraak naar haar toe. Zij stuurde een bode en liet Barak, de zoon van Abinoam, uit Kedes-Naftali, roepen en zei tegen hem: Heeft de HEERE, de God van Israël, niet geboden: Ga, trek op naar de berg Tabor en neem tienduizend man met u mee, van de nakomelingen van Naftali en van de nakomelingen van Zebulon? Dan zal Ik bij de beek Kison Sisera, de legerbevelhebber van Jabin, naar u toe trekken met zijn strijdwagens en zijn troepenmacht, en Ik zal hem in uw hand geven."

Deborah had dus een man (Lappidoth) en hij was haar hoofd. Zoals er staat dat de man het hoofd van de vrouw is. Dus Lappidoth was haar hoofd. Waarom was Lappidoth dan niet rechter over Israël en moest Barak optreden als legerleider. Dat heeft te maken met de tekst:

1 Tim 2:11-12: "Een vrouw moet zich laten onderwijzen in stilheid, in alle onderdanigheid. Want ik sta niet toe dat een vrouw onderwijs geeft, en ook niet dat zij de man overheerst, maar ik wil dat zij zich stil houdt."

Maar deze tekst betreft een man die geestelijk volwassen is zoals David dat was en zelfstandig met de Heere functioneerde. Waar David hoofd van Israël was en zelfstandig met de Heere functioneerde is Lappidoth geen richter en Barak is een man die Deborah om morele steun vraagt wanneer hij zijn opdracht voor de Heere moet uitvoeren. Zo deed David niet, hij stond onder direct gezag van de Heere zelf. Want de man in 1 Tim 2:12 betreft een geestelijk volwassen man en de conclusie is dat Barak en Lappidoth dat niet aan konden.
Debora was dus actief in het rechtspreken, in het leiding geven (ook aan mannen want die kwamen naar haar toe voor een rechterlijke uitspraak),  en zij zond mensen om anderen bij zich te roepen, in dit geval Barak, die zij herinnerde aan zijn opdrcht die hij van God had ontvangen.
Maar Debora gaf geen onderwijs. Het onderwijs werd gegeven in de tabernakel. Daar was het nageslacht van Aäron en de Levieten verantwoordelijk voor de priesterdienst aan het volk. De priesterdienst betreft onderwijs en het uitvoeren van de offerdienst zoals aanbidding en vergeving van zonden.
Wel staat er dat vrouwen onderwijs aan vrouwen dienen te geven:

Titus 2:3-5: "Evenzo moeten de oudere vrouwen in hun gedrag zijn zoals het heiligen past: geen kwaadspreeksters, niet verslaafd aan veel wijn, maar leraressen van het goede, opdat zij de jongere vrouwen leren verstandig te zijn, hun man lief te hebben, hun kinderen lief te hebben, bezonnen te zijn en kuis, te zorgen voor hun huishouden, goed te zijn, hun eigen mannen onderdanig te zijn, opdat het Woord van God niet gelasterd wordt."

Maar Debora gaf geen onderwijs, dat gebeurde in de tabernakel en door wetgevers die zich onder het volk begaven. Wel zong Debora een lied, samen met Barak, nadat hij de overwinning op de vijand, de onderdrukker Jabin, had behaalt, een feestelijke gelegenheid. Dit lied is onderdeel van de schrift en daarom geschikt om onderwijs uit te geven, maar op zichzelf is het geen onderwijs, zij verhaalt de geschiedenis, vertelt wat er gebeurd is. Debora onderwees dus niet. Althans niet in het openbaar voor het hele volk.
Ook staat er dat wij een koninklijk priesterschap zijn, maar Debora functioneerde niet in de tabernakel als priesteres. Dat is een heidense praktijk.

Zie 1 Petrus 2:9: "Maar u bent een uitverkoren geslacht, een koninklijk priesterschap, een heilig volk, een volk dat God Zich tot Zijn eigendom maakte; opdat u de deugden zou verkondigen van Hem Die u uit de duisternis geroepen heeft tot Zijn wonderbaar licht,"

Dus Debora verkondigt de deugd van God voor het volk en zong haar lied (een priesterlijke rol). Hierin spreekt zij in de laatste zin een gebed uit ten aanhoren van heel het volk en daarin vervult zij ook een priesterlijke rol. Maar deze was niet in de tabernakel, ons huidige kerkgebouw met overeenkomstige functie.

Link to comment
Share on other sites

Waar het in het geval van Debora niet geheel geestelijk volwassen mannen betreft waarbij Debora een geestelijk volwassen vrouw is betreft het in het geval van de man in 1 Tim 2:12 een geestelijk onvolwassen vrouw die spreekt tegen een geestelijk volwassen man. Zij spreekt  gezaghebbend tegen hem tot leiding en/of onderwijs terwijl dit buiten de orde van God gaat omdat hij geestelijk volwassen is en daar op wijst. Wanneer zij geestelijk volwassen was zou zij dit erkennen.
Daarom staat er ook dat de oudere vrouwen de jongere dienen  te leren hun huishouden op orde te houden.
Maar Debora spreekt ook. Richt 5:12 vermaant Debora om haar lied te spreken. Zij spreekt dus de woorden van het lied. Dit spreken betekent dat zij de inhoud van de woorden weergeeft. Dit in tegenstelling tot het zingen van een lied waarbij men gedachteloos de woorden van een ander herhaalt. Debora kende de betekenis van de woorden en van haar gedicht. Zij kende de waarde ervan.
Debora is dus een volwassen vrouw die weet wat zij zegt/zingt. Daarom ook noemt zij zichzelf met recht een moeder in Israël.

 

Link to comment
Share on other sites

Waar het onderwijs betreft is daar het voorbeeld van Aquilla en Priscilla in Hand 18 die onderwijs geven aan Appllos, een man die vurig sprak in de synagoge. De synagoge komt overeen met het huidige kerkgebouw en haar functie, de tabernakel. In Hand 18 onderwijst Apollos nauwkurig het woord maar hij blijkt niet te weten van de doop in de Heilige Geest, hij kent alleen de doop van Johannes.

Hand 18:24-26: "En een zekere Jood, van wie de naam Apollos was, een Alexandriër van afkomst, een welsprekend man, die kundig was op het gebied van de Schriften, kwam in Efeze aan. Deze was in de weg van de Heere onderwezen en, omdat hij vurig van geest was, sprak en onderwees hij nauwkeurig de zaken van de Heere, maar hij wist alleen van de doop van Johannes. En hij begon vrijmoedig te spreken in de synagoge. En toen Aquila en Priscilla hem gehoord hadden, namen zij hem apart en legden hem de weg van God nauwkeuriger uit."

Nadat Priscilla en Aquilla hem gehoord hebben nemen zij hem apart om hem de weg nader uit te leggen. Nadat zij hem gehoord hebben zijn zij dus tot de conclusie gekomen dat het goed zou zijn hem nader te onderrichten. Zij kennen dus zijn niveau en weten dat zij hem nader kunnen onderwijzen. Daarbij geldt dat Apollos alleen wist van de doop van Johannes, tot bekering van zonden, maar niet van de doop met de Heilige Geest die bekrachtigt en zalft. Daarom staat er dat Apollos wel vurig sprak maar dat betekent nog niet dat dat in en volgens de kracht van de Heilige Geest geschiedt. Nochthans wordt toegestaan dat hij dit onderwijs geeft, zijn onderwijs is nauwkeurig en opbouwend dus in overeenstemming met de schrift. Echter begrijpen Priscilla en Aquilla dat zij hem meer bij kunnen brengen. Daartoe nemen zij hem apart in de synagoge. Priscilla is daarbij vrouw en zij onderwijst mede Apollos, een volgroeide man. Maar zij doet dit samen met haar echtgenoot en in een status waarbij zij privé met hem zijn. Er is dus sprake van onderwijs in de synagoge (kerk) maar in een privéstatus waarbij zij ongestoord kunnen werken, en waarbij een vrouw één man onderwijst (samen met haar echtgenoot). Dat is de grens die de bijbel aangeeft.

In 1 Tim 2:12 staat dat Paulus, die een volwassen man is, niet toestaat dat dit zou gebeuren. Is dat zo? Daarom gaat het in 1 Tim 2:12 om een geestelijk volwassen man die de doop in de Heilige Geest kent en vanuit die bekrachtiging zijn werk voor de Heer doet zoals ook Paulus die direct na zijn bekering gedoopt werd in de Geest (zie Hand 9:17).

Apollos kende dit niet en Priscilla en Aquilla namen hem dus terecht apart want zij waren praktisch op de hoogte van zaken die Apollos niet begreep.

Link to comment
Share on other sites

1 Petrus 2:9 zegt dus: "Maar u bent een uitverkoren geslacht, een koninklijk priesterschap, een heilig volk, een volk dat God Zich tot Zijn eigendom maakte; opdat u de deugden zou verkondigen van Hem Die u uit de duisternis geroepen heeft tot Zijn wonderbaar licht,"

In deze tekst wordt het hele volk dat God toebehoort een koninklijk priesterschap gemoemd. Vrouwen behoren daar ook bij. Echter wordt het priesterschap op diverse nivea's uitgevoerd. Vrouwelijke preisters worden niet op het hoogste niveau gevonden, de bediening in de tabernakel, oftewel de synagoge, het kerkgebouw waarin het volk onderwezen wordt. Het is zoals er veschillende brevetten voor vliegtuigen zijn waarbij niet alle vliegtuigen dezelfde grootte en functie hebben. Zo is er in het preisterschap ook verschil. Daar zijn verschillende niveau's waarop dit plaatsvindt. In principe begint de bediening van priesterschap in het gezin. De vader is het hoofd waarna de moeder in rang volgt. Daarom staat er ook dat een geestelijk leider in staat moet zijn leider te zijn van zijn eigen gezin:

"Dit is een betrouwbaar woord: als iemand verlangen heeft naar het ambt van opziener, begeert hij een voortreffelijk werk. Een opziener nu moet onberispelijk zijn, de man van één vrouw, beheerst, bezonnen, eerbaar, gastvrij, bekwaam om te onderwijzen, niet verslaafd aan wijn, niet vechtlustig, niet uit op schandelijke winst, maar welwillend, niet strijdlustig en zonder geldzucht. Hij moet goed leiding geven aan zijn eigen huis, zijn kinderen onderdanig houden, in alle waardigheid. Want als iemand niet weet hoe hij leiding moet geven aan zijn eigen huis, hoe zal hij voor de gemeente van God zorg dragen?"

Dat geldt voor zowel man als vrouw (Met inachtneming dat het ambt voor kerkelijk leider voorbehouden is aan de man). In het begin leert men kinderen te leiden en op te voeden in het geloof. Daarna kan de bediening groeien tot het niveau waartoe de persoon in staat is afhankelijk van zijn capaciteiten en geestelijke groei.

In principe begint de priesterlijke rol al op jonge leeftijd, zodra kinderen leren broertjes en zusjes te begeleiden in het geloof, onderwijs door te geven en voor elkaar leren bidden. Dat kan ook onder begeleiding van gelovige familie of zelfs op een christelijke school. De priesterlijke rol is dus niet afhankelijk van leeftijd of van familieverband, enige voorwaarde is het vermogen tot de bediening en deelgenoot zijn van het lichaam van Christus.

Blijvend binnen het familieverband en er vanuit gaande dat we te maken hebben met een christelijk gezin groeit men dus via de kinderlijke rol tot begeleiders van een gezin. Wanneer dan de kinderen opgroeien neemt hun kracht en kennis toe en dus ook hun niveau. Voor de moeder begint dan een verschuiving plaats te vinden waarbij zij qua onderwijs meer aandacht aan de dochters gaat besteden en minder aan de zonen totdat het schriftwoord vervult wordt dat Apollos, een volwassen man, door Aquilla en Priscilla apart wordt genomen waarbij hij door hen samen onderwezen wordt. Waarbij geldt dat Apollos in zijn eentje onderwezen wordt. Met het toenemen van de leeftijd van de jongens neemt dus ook de groepsgrootte af. Hoe groot die groep in het begin is en hoe snel dit afneemt tot één persoon is afhankelijk van de betrokken personen. Waarbij geldt dat tenslotte de vrouw niet meer toegestaan wordt om een man (wanneer deze volwassen in het geloof is) te onderwijzen (1 Tim 2:12). Ten aanzien van onderwijs aan vrouwen begint het onderwijs ook op laag niveau aan de eigen kinderen en kan dit groeien tot onderwijs aan vrouwen in het algemeen. Aan de grootte van de groep wordt geen grens gesteld en hangt deze dus af van de plaatselijke situatie.

Link to comment
Share on other sites

Een andere vrouw die in de bijbel genoemd wordt is de koningin van Sjeba. Zie 1 Kon 10:1-13, zij komt op bezoek bij Salomo nadat zij over Salomo en zijn wijsheid vanwege de naam van Jehovah (vertaald met: HEERE) had gehoord:

"Toen de koningin van Sjeba het gerucht over Salomo in verband met de Naam van de HEERE hoorde, kwam zij om hem met raadsels op de proef te stellen. Zij kwam naar Jeruzalem met een zeer groot gevolg, met kamelen, beladen met specerijen, met zeer veel goud, en met edelstenen. Zij kwam bij Salomo en sprak tot hem over alles wat zij op haar hart had. En Salomo verklaarde haar al haar vragen. Geen ding was voor de koning verborgen dat hij haar niet kon verklaren. Toen de koningin van Sjeba alle wijsheid van Salomo zag, en het huis dat hij had gebouwd, het voedsel op zijn tafel, hoe zijn dienaren aanzaten, hoe zijn bedienden klaarstonden, hun kleding, zijn schenkers, zijn brandoffers, die hij bracht in het huis van de HEERE, was zij buiten zichzelf. Zij zei tegen de koning: Het was de waarheid, wat ik in mijn land over uw woorden en over uw wijsheid gehoord heb. Maar ik geloofde die woorden niet, totdat ik kwam en mijn eigen ogen het zagen. Zie, nog niet de helft was mij verteld. U hebt wat uw wijsheid en welstand betreft het gerucht dat ik gehoord had, overtroffen. Gelukkig zijn uw mannen, gelukkig deze dienaren van u, die voortdurend in uw dienst staan en uw wijsheid horen! Geloofd zij de HEERE, uw God, Die behagen in u heeft gehad, door u op de troon van Israël te zetten! Omdat de HEERE Israël voor eeuwig liefheeft, daarom heeft Hij u tot koning aangesteld, om recht en gerechtigheid te doen. Zij gaf de koning honderdtwintig talent goud en zeer veel specerijen en edelstenen. Zo'n grote hoeveelheid specerijen als die de koningin van Sjeba aan koning Salomo gaf, is er nooit meer gekomen.
Ook bracht de vloot van Hiram, die goud uit Ofir vervoerde, zeer veel sandelhout en edelstenen uit Ofir. De koning maakte van dit sandelhout steunbalken voor het huis van de HEERE en voor het huis van de koning, en luiten en harpen voor de zangers. Zulk sandelhout is er niet meer gekomen of gezien tot op deze dag.
Koning Salomo gaf de koningin van Sjeba overeenkomstig al haar wensen, alles waar zij om vroeg, meer dan wat Salomo haar al gegeven had, overeenkomstig het vermogen van de koning. Daarna keerde zij terug en ging naar haar land, zij en haar dienaren."

Link to comment
Share on other sites

Tergkomend op Debora blijkt Debora twee functies te bekleden. In de eerste plaats is zij profetes, in de tweede plaats rechter. Daarnaast blijkt dat zij een priesterlijke functie vervuld in het zingen van het lied, namelijk dat zij verteld over de deugd van God die Israël verlost heeft en de wijze waarop, samen met Barak.

In Richt 4:4-5 spreekt over haar rechterlijke functie:

"En Debora, een vrouw die een profetes was, de vrouw van Lappidoth, die gaf in die tijd als richter leiding aan Israël. Zij woonde onder de palmboom van Debora, tussen Rama en Bethel, in het bergland van Efraïm, en de Israëlieten gingen voor de rechtspraak naar haar toe."

De tekst spreekt over "zij gaf leiding als rechter", in de grondtekst staat inderdaad het woord "rechter", maar het woord leidng geven staat er niet bij. De tekst verklaard nader dat de Israëlieten naar haar toe kwamen voor een rechterlijke uitspraak. Debora gaf dus niet actief leiding aan Israël. Zij was juriste en de mensen kwamen uit eigen beweging naar haar toe voor hulp.

Vers 6 zegt vervolgens dat zij een iemand zond maar het geslacht van de persoon wordt niet genoemd. Hoewel de tekst doet vermoeden dat het een mannelijk persoon is is dat niet duidelijk omdat de grondtekst alleen spreekt van het feit dat Debora zond. Daarom geeft de HSV het woord bode ook cursief:

Richt 4:6: "Zij stuurde een bode en liet Barak, de zoon van Abinoam, uit Kedes-Naftali, roepen en zei tegen hem: Heeft de HEERE, de God van Israël, niet geboden: Ga, trek op naar de berg Tabor en neem tienduizend man met u mee, van de nakomelingen van Naftali en van de nakomelingen van Zebulon?"

Link to comment
Share on other sites

Spreuken 31 spreekt over een "deugdelijke vrouw".
Zie Spr 31:10: "Wie zal een deugdelijke vrouw vinden? Haar waarde gaat die van robijnen ver te boven."
In haar beschrijving wordt duidelijk dat zij een volwassen vrouw in de Heere is die zorg draagt voor haar gezin. Zij geeft leiding aan een huishouden waarbij duidelijk wordt gemaakt dat zij leiding geeft aan dienstmeisjes:
Spr 31:15: "Zij staat op als het nog nacht is, en geeft haar huisgezin voedsel, haar dienstmeisjes het hun toegewezen deel."
Hieruit blijkt dus dat zij in haar huishouden alleen leiding geeft aan dienstmeisjes. Haar "knechten" zijn dus dienstmeisjes.
In Richt 4:6 zegt: "Zij (comm: di Debora) stuurde een bode en liet Barak, de zoon van Abinoam, uit Kedes-Naftali, roepen en zei tegen hem: Heeft de HEERE, de God van Israël, niet geboden: Ga, trek op naar de berg Tabor en neem tienduizend man met u mee, van de nakomelingen van Naftali en van de nakomelingen van Zebulon?"
In deze zin staat dus geen geslacht bij wie zij zond. Ook staat er niet dat zij Barak bevel gaf. Hij komt uit eigen beweging en de vraag die zij stelt is een vraag, geen bevel. Want zij vraagt of het klopt dat de Heere hem een bevel gegeven heeft.
In overeenstemming met Spreuken 31 kunnen wij dus concluderen dat de conclusie dat Debora niet actief was in het leidnggeven juist is (waar het mannen betreft). Maar zij was onderlegd in de wet (van Mozes) en deed uitspraak al naar gelang aan haar gevraagd werd.
Daarnaast wordt er wel leiding gegeven aan de mannen wanneer het volk in de aanval gaat, tegen de onderdrukker. Richt 5:1-2 geeft aan dat de leiding in handen kwam van Barak en zijn mannen, daarom staat er (Richt 5:1-2):
"Toen zong Debora met Barak, de zoon van Abinoam, op die dag: Nu de leiders in Israël de leiding hebben genomen, nu het volk zich vrijwillig gegeven heeft, loof de HEERE!"
Dus deze tekst bevestigd dat er leiders de leiding genomen hebben toen Barak de strijd aanging. Dus deze tekst bevestigd dat de leiding door mannen op zich genomen werd, namelijk zij die de strijd aangingen. Daarom staat er dat gedurende de twintig jaar dat Debora rechter was er geen man opstond om de onderdrukker.


 

Link to comment
Share on other sites

In het volgende verhaal spreekt een Samaritaanse vrouw met Jezus. In dat gesprek vertelt Jezus dat hij de Messias is, de Christus. Maar zij weigert hem te aanvaarden maar gaat wel naar haar dorp terug en neemt mensen mee naar Jezus met de vraag of hij werkelijk de Christus zou zijn.

Johannes 4:25-30: "De vrouw zei tegen Hem: Ik weet dat de Messias komt (Die Christus genoemd wordt); wanneer Die gekomen zal zijn, zal Hij ons alles verkondigen. Jezus zei tegen haar: Ik ben het, Die met u spreekt. En op dat moment kwamen Zijn discipelen en zij verwonderden zich dat Hij met een vrouw sprak. Toch zei niemand: Wat zoekt U? of: Wat spreekt U met haar? De vrouw nu liet haar waterkruik staan en ging weg naar de stad en zei tegen de mensen: Kom, zie Iemand Die mij alles gezegd heeft wat ik gedaan heb; zou Híj niet de Christus zijn? Zij dan gingen de stad uit en kwamen naar Hem toe."

In de het laatste gedeelte neemt zij mensen mee naar Jezus. Zij zegt "kom" waaruit bloijkt dat zij leiding neemt.
Hierbij zijn paralellen met de koningin van Sjeba.
De koningin van Sjeba heeft een gesprek met Salomo en zij spreekt in raadselen maar  Salomo neemt de leiding in het gesprek en geeft haat antwoord op al haar vragen. Zo wordt zij geholpen. Zo ook ontstaat er ook een gesprek tussen Jezus en de Samaritaanse vrouw waarbij Jezus het gesprek steeds iets verder voert naar aanleiding van wat zij antwoord. Salomo en Jezus doen dit omdat de Heere wil dat het goed gaat met de koningin van Sjeba en de Samaritaandse vrouw en met degenen die bij haar betrokken zijn. Zij geven leiding aan hen opdat zij gezegend worden.
Daarnaast neemt deze vrouw de leiding in het dorp door mensen te begeleiden naar Jezus zoals ook de koningin van Sjeba staatshoofd is en de leiding heeft in Sjeba.
Echter blijkt dat beide vrouwen geen christen (gelovigen) zijn. Zij zijn beide geen gelovigen. De Samaritaanse vrouw vraagt zich tegenover hen die zij meeneemt af of Jezus de Christus is, zij vraagt: Zou deze de Christus zijn? Dus zij is geen gelovige, maar zij is zoekende. Ook de koningin van Sjeba is niet uitgesproken gelovig. Zij noemt God de God van Salomo, maar weigert hem haar God te noemen. Dus de Samaritaanse vrouw en de Koningin van Sjeba geven leiding buiten het koninkrijk van God.
Dat wordt ook benadrukt in het feit dat beide vrouwen uit andere volkeren komen die God afwijzen. De koningin van Sjeba komt immers uit Sjeba en de Samaritaanse is een Samaritaanse en dus ook niet uit het volk van Jehovah.
Daarom staat er ook: Ik sta niet toe dat een vrouw gezag heeft of onderwijs geeft aan de man (christelijk volwassen) man.
Al met al, de koningin van Sjeba neemt leiding evenals de Samaritaanse vrouw en Christenen helpen hen, leiden en onderwijzen hen, op vrijwillige basis, om een zo goed mogelijk bestuur te voeren tot heil van allen die onder hen vallen.
 

Link to comment
Share on other sites

De koningin van Sjeba komt naar Salomo toe om hem op de proef te stellen. Zij komt met groot gevolg en verklaart later dat zij de verhalen over hem niet geloofd heeft. Het hele verhaal ademt een sfeer waarbij de koningin van Sjeba stiekum doet en Salomo probeert te vangen met een houding dat zij succesvoller is dan hij. Zij gaat geen internationale betrekkingen aan met een open vizier. Het komt overeen met het vrouwelijke talent om zichzelf verborgen te houden, een vermogen dat geschikt is voor een ondergeschikte rol en overeenstemt met de achtergrond. In weze is zij niet in staat om op fatsoenlijke wijze de relatie in te gaan en laat Salomo haar problemen oplossen. Haar alles beheersende houding blijkt ook wanneer zij na alles gezien te hebben er geen geest meer in haar is. Maar Salomo weigert haar te kleineren, eert haar en helpt haar door zijn wijsheid opdat zij gezegend naar huis kan gaan (zie 1 Kon 10:1-13). Hierin blijkt de glorie en grootheid van God die wil dat alle mensen behouden blijven.

Link to comment
Share on other sites

Join the conversation

You can post now and register later. If you have an account, sign in now to post with your account.

Guest
Reply to this topic...

×   Pasted as rich text.   Paste as plain text instead

  Only 75 emoji are allowed.

×   Your link has been automatically embedded.   Display as a link instead

×   Your previous content has been restored.   Clear editor

×   You cannot paste images directly. Upload or insert images from URL.

×
×
  • Create New...